De Maatschappij van Weldadigheid

De Maatschappij van Weldadigheid werd in 1818 opgericht op initiatief van generaal Johannes van den Bosch, daarbij gesteund door Koning Willem I. Na de Franse overheersing, oorlogen en blokkades, kende men in Nederland tijden van grote armoede en verpaupering. Het was de sociaal bewogen Johannes van den Bosch, die het plan had opgevat gezinnen, die door slechte omstandigheden waren getroffen, op te vangen en te begeleiden en zo de kans te geven een beter bestaan op te bouwen. In 1818 werd de eerste kolonie Frederiksoord gesticht, al spoedig gevolgd door de koloniën Willemsoord, Wilhelminaoord en Boschoord (1820).

Kaart Kolonie van Weldadigheid
In totaal zijn in de koloniedorpen 430 koloniehuisjes gebouwd. Ook werden fabrieken, scholen en kerken gebouwd. Overal uit het land werden gezinnen naar de koloniën opgezonden en in voor die tijd ruime en goede woningen ondergebracht. Onder leiding van personeel van de Maatschappij van Weldadigheid werden de gronden in cultuur gebracht. De bedoeling was dat men zich uiteindelijk kon opwerken tot vrijboer. Als men deze status had bereikt, betekende dit dat men zelfstandig de boerderij kon beheren.
Onderwijs was binnen de Maatschappij al in 1819 verplicht voor kinderen van 6 tot 12 jaar. Daarna was men verplicht nog enige jaren avondonderwijs te volgen. Ten behoeve van de kolonisten zijn in de loop der jaren kerken gebouwd. In de beginperiode was de kerkgang zelfs verplicht en hierop werd streng gecontroleerd. Ging men niet naar de kerk, dan werd dat met een boete bestraft. De medische zorg voor de kolonisten werd opgedragen aan een door de Maatschappij aangestelde geneesheer. In 1827 werd een ziekenfonds opgericht en kolonisten betaalden een halve cent contributie en hadden daarmede recht op medische verzorging. Tot 1860 kende men binnen de Maatschappij een eigen munteenheid. Met deze koloniemunt kon men in de koloniewinkels alles kopen behalve sterke drank. Drankmisbruik had er toe geleid dat het gebruik van sterke drank voor de gehele kolonie verboden was.

In 1823 werd gestart met de opvang van bedelaars, landlopers, vondelingen en weeskinderen. Daartoe werden in Ommerschans en Veenhuizen grote gestichten gebouwd. De zogenaamde strafkoloniën. In 1859 worden de strafkoloniën aan de staat overgedragen. Land- en bosbouw krijgen vanaf die tijd veel aandacht

Vrije Koloniën

In de loop der tijd kwamen er meerdere Vrije Koloniën. Die Vrije Koloniën waren:
Frederiksoord

Kolonie I en II - Frederiksoord

Dit was de eerste en tweede kolonie, gesticht in 1818 op het in dat jaar door de Maatschappij aangekochte landgoed Westerbeeksloot in de Drentse gemeente Vledder. Deze kolonie werd Frederiksoord genoemd naar prins Frederik en administratief aangeduid als Kolonie nr. I en II.

Willemsoord

Kolonie III - Willemsoord

Deze laatste kolonie werd gesticht op in 1820 door de Maatschappij aangekochte heidevelden in het Overijsselse kerspel Steenwijkerwold. De kolonie werd Willemsoord genoemd en administratief aangeduid als Kolonie III.

Wilhelminaoord

Kolonie IV en VII - Wilhelminaoord en Boschoord

Deze koloniën werden in 1821 gesticht, deels op het landgoed Westerbeeksloot en deels in de zogenaamde Vierdeparten in de provincie Friesland. De nieuwe kolonie werd Wilhelminaoord genoemd. Een jaar later werd zij uitgebreid met een kolonie, die deels in de provincie Friesland en deels in Overijssel kwam te liggen. Met deze kolonie werd de op een later tijdstip aangelegde, maar nooit geheel voltooide kolonie Boschoord verenigd. Boschoord was aangelegd op de heide van Doldersum. Administratief werden deze verenigde koloniën aangeduid als Kolonie IV en VII.

In 1884 wordt in Frederiksoord een tuinbouwschool gesticht met de naam G.A. van Swieten Middelbare Tuinbouwschool. Een school die in het gehele land grote naamsbekendheid zal krijgen door haar goede opleiding. Met bejaardenzorg wordt in 1893 een aanvang gemaakt in een tweetal Rustoorden. Na 1950 wordt in Boschoord een start gemaakt met de opvang van jonge mannen, die met de strafrechter in aanraking zijn geweest. Hieruit is het instituut Hoeve Boschoord ontstaan. Tegenwoordig houdt de Maatschappij van Weldadigheid zich bezig met het beheren van ca. 1400 ha. cultuur- en bosgrond. Men heeft 64 panden in bezit, waarvan er 25 op de monumentlijst staan. Onder deze monumenten bevinden zich Huis Westerbeek (het huidige kantoor), Hotel Frederiksoord, het Klokkenmuseum (de voormalige G.A. van Swietenschool), een kerk, een oude school, een voormalig fabrieksgebouw, boerderijen en koloniewoningen. In Frederiksoord kun je een gedeelte van de kolonie, huis + akker e.d. bezoeken in het museum de Koloniehof. Hier kun je ook de gegevens van de kolonisten nazoeken in de computer of op papier.

© Copyright 2019 Erik Jansen - All Rights Reserved

Made with ‌

Offline Website Builder